Terugkijken op’t Loo
Trainingskoersen zijn er in soorten en maten. In de meeste gevallen staan er nog geen twintig renners aan de start op een troosteloos clubparcours. Maar de Voorjaarscompetitie op ’t Loo is van een andere orde. ‘Loo is het onofficieel WK onder de trainingskoersen. Complete begeleidingsploegen reizen af naar ’t Loo om hun renners aan het werk te zien voor 100 km ‘trainings’ koers. De koerswagens van meerdere teams staan dan langs de kant van de weg naast de camper die dienst doet als jurywagen.

De Voorjaarscompetitie op ‘t Loo is een begrip aan het worden. Van heinde en ver komen renners hun rondjes afwerken om het pelotongevoel weer op te doen. 100 deelnemers aan de start (per categorie!) is geen uitzondering. Want ook recreanten, nieuwelingen/junioren en dames weten hun weg te vinden en schrijven zich massaal in voor de A of B klasse. De inschrijving is een belevenis op zich, in het buurthuis van ’t Loo (het Grinthuus) is het opstellen in 2 of 3 rijen. Achteraan aansluiten is het devies, in de hoop dat je voor 11 uur kunt warm rijden.
Met regelmaat staan er verdwaalde profs aan de start bij de A categorie. Het shirt van Jumbo-Visma was ook in deze edities te zien, gedragen door renners van zowel de opleiding- als World Tour ploeg. De Vikingen van Riwal koersten twee keer mee en ook de dames profs weten hun weg naar de start te vinden, zo ook Anna van der Breggen. Meestal als ik tijdens de A-categorie koers denk: ‘wat gaat dit hard’, komt er een deelneemster van het betere geslacht veel te makkelijk voorbij rijden, petje af denk ik dan! (Of zegt dit meer over mijn conditie?)
Na afloop kijk ik altijd nog even op Strava naar wie er precies bij waren, waren het nobele onbekenden die zo hard reden, of de usual suspects? Meestal toch de laatsten, altijd leuk om te weten. Na vier keer starten op ’t Loo weet je wel hoe je ervoor staat voor de maand maart. Zelf rijd ik de Ster niet, maar voor de Ronde van Groningen, Ronde van Zuid-Holland en Olympia’s Tour is het lekker als je niet naar huis gereden wordt in de Voorjaarscompetitie. Dat was gelukkig niet het geval dit jaar, het gevoel is goed, ik heb twee keer ‘finale’ kunnen rijden. Dat is ook precies twee keer meer dan vorig jaar rond deze tijd, dat belooft wat. Een prijsje rijden zat er nog niet in (kan dat überhaupt tijdens een trainingskoers?), maar de eerste pannenkoeken zijn voor de kinderen heb ik altijd geleerd.
Na een interbellum van precies één weekend gaat de voorjaarscompetitie verder in Hattemerbroek, waar de strijd om de punten onverminderd doorgaat.